Golf & milieu doorheen de tijd
Golf gaat al meer dan 100 jaar verantwoord om met natuur en open ruimte. Bewijs daarvan leveren bijvoorbeeld de verschillende zeldzame vegetatietypes die enkel nog op golfbanen voorkomen.
Wanneer golfterreinen op de juiste wijze worden aangelegd en onderhouden, kan van verstorende effecten namelijk geen sprake zijn. Voor de mens werkt de aanwezigheid van open groene ruimtes, waar aan recreatie kan worden gedaan, alleen maar stressverminderend en rustgevend. Maar er is meer. Golfterreinen worden meer en meer als bufferzones of ecologische verbindingszones tussen woon-, landbouw- en natuurgebieden en zelfs als volwaardige stadsparken ingepland.
Vaak krijgen onaantrekkelijke overgangsgebieden deze manier een nieuwe bestemming en kan zich zo een stukje “nieuwe natuur” vormen. Bijvoorbeeld voormalige stortplaatsen werden vervangen door groene longen waaruit blijkt dat een strategie van goede inpassing in het landschap en de aanwezige ecologische waarden zijn vruchten afwerpt in de vorm van win-winsituaties (vb. Golfclub Ieper en Spiegelven Genk).
Langs de andere kant leveren golfterreinen vaak een waardevolle bijdrage aan het in stand houden van reeds bestaande natuurlijke gebieden. Zoals in de Haan bijvoorbeeld waar nu nog zeldzame vegetaties voorkomen die in de overige duingebieden verdwenen zijn.
Wetenschappelijk onderzoek, begeleiding en monitoring hebben ertoe geleid dat onderhoud van de bespeelde zones geen gevolgen hebben voor het milieu en de omringende natuur. Het resultaat van een beleid dat de meest moderne middelen met een hoogstaande educatie van het terreinpersoneel combineert is een verbruik van onderhoudsproducten dat bijzonder laag ligt. Efficiëntie en effectiviteit zijn de kernwoorden.
Ecogolf
Vanaf de oprichting van de Vlaamse Vereniging voor Golf (nu Golf Vlaanderen) werd steeds veel aandacht geschonken aan de milieuproblematiek. Daarom ook dat, uniek in de golf- en sportwereld, een specifieke Commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu werd opgericht.
Golf Vlaanderen heeft in het kader van haar “Golf en Milieu”project, het concept ‘ecogolf’ uitgewerkt. De term ‘ecogolfterreinen’ staat expliciet vermeld in het Vlaams Golfmemorandum (juni 2003). In dit memorandum worden een aantal principes aangegeven die nageleefd dienen te worden door de golfclubs. Concreet gaat het om deelname aan de formule ‘ecoconvenant’: het ecoconvenant is een milieubeheersovereenkomst, waarbij de club in aanmerking komt om een publieke erkenning te krijgen en haar milieubeleid kenbaar te maken; het erkenningproces bestaat uit twee stappen: registratie en erkenning. Erkenning kan verkregen worden nadat een milieubeheerplan volledig uitgewerkt werd en start van implementatie gebeurde, uitvoering van een interne audit naar de resultaten en werking van het milieubeheerplan is nodig door een lokale begeleidingscommissie.
Golf Vlaanderen liet daarom een studie uitvoeren die duidelijke richtlijnen dient te verschaffen omtrent de criteria van een ecogolfterrein, de beoordelingsprocedure en de wijze waarop een golfclub haar terrein kan inrichten en uitbaten volgens de principes van een ecogolfterrein.
Het resultaat van dit werk heeft de naam ‘Golf&Milieu’ meegekregen. Het programma ‘Golf & Milieu’ laat toe dat de golfclubs hun respect voor milieu aantonen.
Vanaf 2019 werkt Golf Vlaanderen (nieuwe naam van VVG) samen met het internationale programma GEO en R&A.
Tal van clubs deden de laatste jaren al heel wat inspanningen. De wetgeving veranderde, maar ook de maatschappelijke rol en de vraag van de golfspeler zelf evolueert naar een kwalitatieve maar ook duurzame golfbaan.
Via On Course Vlaanderen en het Europees GEO-certificaat is er nu een tool om deze inspanningen structureel aan te pakken en te valideren. Zo kunnen golf en de golfclubs hun voorbeeldfunctie blijven spelen binnen de sportsector als het op duurzaamheid aankomt.
Dankzij goede vorming van de greenkeepers, maar ook de langetermijnvisie van de golfmanagers is er de laatste jaren al heel wat vooruitgang geboekt. Kwalitatief en veilig golf spelen met minder water, minder producten, maar meer mechanische bewerking, vooruitdenken met het inzetten van biologische aspecten zijn dé doelstellingen in dit project.